De Kracht van de Pop: Hoe Empathie en Vertrouwen Groei Bevorderen bij Kinderen met Trauma

Hoe kan ik kinderen helpen die moeite hebben om me te vertrouwen, die zich niet voor me openstellen? was een vraag die ik mezelf ruim 30 jaar geleden stelde tijdens mijn opleiding tot juf.

Ik herkende iets in de blikken en het gedrag van sommige kinderen: ze waren er wel maar lieten zich niet echt zien, ze deden mee maar waren ook op hun hoede, ze observeerde me, leken soms kansen in te schatten en vertrouwden me niet genoeg om zich open te stellen.

Ik zag mezelf in hen terug, zag het kind wat ik zelf was geweest, een kind met vroegkinderlijk trauma. Een kind wat al jong had ervaren dat volwassenen niet altijd doen wat ze zeggen, je pijn kunnen doen onder het mom van ‘eigen bestwil’ en je niet altijd beschermen als je bescherming nodig hebt. Ik heb al vroeg geleerd dat volwassenen niet zonder meer te vertrouwen zijn en een van mijn overlevingsstrategieën was om te doen als een kameleon – observeren, aftasten, aanpassen.

Iedereen die een vorm van trauma heeft meegemaakt weet hoe hardnekkig overlevingsstrategieën kunnen zijn, dat ze je helpen jezelf te beschermen maar niet zelden ook belemmeren om het leven voluit te omarmen als je kind-af bent en in staat bent om voor jezelf te zorgen.


Mijn traumatische jeugd was de reden waarom ik juf wilde worden, ik wilde jonge kinderen een manier geven om zichzelf te uiten, maar merkte tijdens mijn studie al dat de kinderen die ik graag wilde bereiken, me niet genoeg vertrouwden. Hoe kon ik deze kinderen beter bereiken?


Zou een pop verschil maken? vroeg ik me af. Ik had een paar maanden eerder een pop gemaakt, Doki. Zou hij het ijs kunnen breken?

Ik besloot het uit te proberen en merkte al snel dat Doki iets had wat ik niet had. Kinderen vertelden hele andere verhalen tegen Doki dan tegen mij, kwamen me soms in de pauze vertellen wat Doki tegen ze gezegd had (terwijl ik er gewoon bij had gezeten), maakten tekeningen voor Doki en namen mutsen en sjaals voor hem mee toen het buiten kouder werd. “Het was natuurlijk niet de bedoeling dat Doki ziek zou worden, juf.”

Ook de kinderen die mij zorgvuldig op een afstandje hielden, gingen met Doki in gesprek en liet zich veel makkelijker door Doki bevragen dan door mij.

Rond diezelfde tijd maakte ik kennis met de boeken van Alice Miller, de psycho-analytica die veel heeft geschreven over de invloed van vroege jeugdervaringen op de ontwikkeling van een kind.

Ik herkende mezelf in haar boeken maar ook mijn oma, die in mijn leven heel duidelijk de rol van de zgn. helpende getuige heeft ingenomen. Mijn oma zag me en ondersteunde me waar ze kon, ze was er voor mij en heeft me altijd voorgehouden dat ik, later als ik groot was, alles worden kon wat ik wezen wilde. Mijn oma was een van de weinige mensen die ik echt vertrouwde, ze liet me mezelf zijn, gaf me hoop en een reden om vol te houden- als ik later groot was, dan zou alles veranderen.

Zou een pop die rol van helpende getuige in kunnen nemen, vroeg ik me af? Zou een pop dat verschil kunnen maken?


Inmiddels ben ik 30 jaar verder, ontwikkelde ik een unieke aanpak met de handpop als mijn belangrijkste hulpmiddel en weet ik dat het antwoord op die vraag ja is. Een pop is een ideale helpende getuige en een heel bruikbaar hulpmiddel bij alle kinderen, maar bij kinderen met trauma in het bijzonder. Een van de redenen waarom kinderen zo makkelijk tegen een pop praten is omdat er niks bedreigends van een pop uit gaat. Ze zien de pop als een gelijke, als een vriendje, en als het je lukt om de pop een gelijke te houden, dan blijft de pop een veilige uitlaatklep voor het kind.

De pop wordt pas bedreigend als hij anders reageert dan een kind verwacht. Wanneer hij in de opvoederrol gaat zitten bijvoorbeeld, wanneer hij niet echt geïnteresseerd is in het kind, het gedrag van het kind spiegelt, het over onderwerpen heeft waar het kind helemaal niet mee bezig is of over wil praten.

Een pop die eenmaal veilig bevonden is door een kind, kan iets doen waardoor het kind het vertrouwen weer intrekt. Zeker niet als die pop niet door het kind zelf bespeeld wordt. En die situatie doet zich dus voor als jij de pop bespeeld.

Een van de dingen die hierbij van belang zijn is dat de pop voor het kind aan moet voelen als een vriendje, een echt vriendje. De pop moet zich dus op het kind afstemmen, de tijd nemen om een relatie op te bouwen, interesse tonen, zonder oordeel zijn, aan de kant van het kind staan, willen spelen, een fijne tijd samen willen hebben.

Dat is wat vrienden doen. Dat is wat het kind van de pop verwacht. Dat is wat de pop veilig maakt voor het kind.
De handpop is een fantastisch hulpmiddel als het om de behandeling van kinderen met trauma gaat. Een pop kan een kind helpen stappen te nemen, kan er voor het kind zijn, kan aanmoedigen, samen balen, meehuilen, plaatsvervangend boos zijn, het kind voorbeelden geven, het kind letterlijk bij de hand nemen, samen oefenen. Een pop heeft alles in zich om een proces meer draaglijk te maken en de vertrouweling van het kind te zijn.

Maar dat lukt alleen als de pop vanuit de rol van vriendje bespeeld wordt. Wat ik vooral heb ontdekt in 30 jaar werken met de handpop, is dat de kracht van de pop enorm afneemt wanneer de pop gaat opvoeden, corrigeren en voorschrijven. Daar ligt de grootste uitdaging voor elke volwassene die besluit met een pop te gaan werken. De pop werkt het best wanneer je er door de ogen van een kind naar kunt kijken en rekening gaat houden met wat het kind nodig heeft van de pop.

Realiseer je dat je met de pop geen wondermiddel in handen hebt, maar een instrument waarmee je de drempel voor een kind kunt verlagen. Of het kind iets tegen een pop wil zeggen hangt af van de vriendschap en de vertrouwdheid die het met de pop voelt en dat hangt weer af van de manier waarop de pop op het kind reageert, welke vragen hij stelt, welke openingen hij kiest, hoe fijn het is om samen te zijn.

De sleutel ligt bij de relatie tussen het kind en de pop.

Vergelijk het maar met die nieuwe buurvrouw die bij de eerste kennismaking direct allerlei persoonlijke vragen stelt. Dat voelt niet fijn, dat gaat te snel, je wilt haar eerst beter leren kennen en bepalen wat voor vlees je in de kuip hebt, ik wel tenminste.

Een pop die te snel gaat, raakt het vertrouwen van een kind snel weer kwijt, een pop die afstemt, die vanaf het begin vooral investeert in de relatie, het over koetjes en kalfjes heeft, spelletjes doet en openingen kiest, heeft een veel grotere kans om door een kind volledig in vertrouwen genomen te worden.

Het is eigenlijk heel logisch maar toch iets waar we vaak niet bij stilstaan wanneer we starten met een handpop.

Denk dus steeds vanuit de relatie tussen het kind en de pop wanneer je een pop gaat gebruiken om meer informatie van een kind te krijgen. Kijk naar het kind, let op de lichaamshouding richting de pop wanneer een pop een vraag stelt, neem kleine stappen, zorg dat het kind vooral plezier beleeft samen met de pop, wees creatief in wat je de pop laat doen, denk out of the box en laat jouw pop ALTIJD de kant van het kind kiezen en zonder oordelen zijn.

Wil je meer weten over mijn aanpak of wil je me jouw situatie voorleggen? Stuur me even een berichtje helen@helenmeurs.com, ik help je graag verder.

Helen

Scroll naar boven