Het is goed mogelijk via de handpop aan de slag te gaan met verkeersactiviteiten want een ondernemende pop trekt er ook op uit en heeft ook te maken met verkeer. Ik geef je een paar voorbeelden van activiteiten waar de handpop een rol in speelt.
Wat moet ik doen als ik dit bord zie?
Nodig:
- afbeeldingen van verkeersborden
Er staat een bak met daarin de verkeersborden op zijn kop. Dat zijn allemaal borden die de handpop is tegengekomen toen hij laatst naar de stad ging. Maar hij weet niet van allemaal wat ze betekenen, weet jij het wel?
Een variatie:
We zijn in een grotere ruimte (bijvoorbeeld een speellokaal of buiten). De handpop heeft vier borden tot zijn beschikking: een bord met een auto, een bord met een fiets, een bord met een voetganger en een bord met een paard. De kinderen worden in vier groepjes verdeeld: de auto’s, de fietsers, de voetgangers en de paarden. Telkens wanneer de handpop een bord omhoog houdt dan steekt een groepje kinderen de weg over: de paarden als het paardenbord omhoog gehouden wordt, de auto’s als het autobord omhoog gehouden wordt, etc.
JaNee mag er niet in!
Nodig:
- Verbodsbord “Verboden voor de handpop”,
- andere verbodsborden
JaNee gaat bij Jacobien spelen. Tenminste, dat denkt ze. Wanneer ze bij het huis van Jacobien aankomt ziet ze een groot rond bord met een rode rand, in het midden ziet ze een foto van zichzelf. “Wat leuk” denkt JaNee “Jacobien vindt het fijn dat ik kom”. Ze belt aan en Jacobien doet de deur open. “Jij mag er niet in!” zegt Jacobien, “heb je het bord niet gezien?” JaNee kijkt naar het bord en snapt er niets meer van. “Het is rond met een rode rand, dat betekent dat iets niet mag” zegt Jacobien “jouw foto staat erin en dat betekent dat jij er niet in mag” gaat Jacobien verder en doet daarna de deur dicht. Helemaal teleurgesteld en ook wel verdrietig gaat JaNee terug naar huis. Onderweg denkt ze na over wat Jacobien heeft gezegd; een rond bord met een rode rand zegt dat iets niet mag. Ze kijkt goed om zich heen en ziet nog meer van die ronde borden met een rode rand, ze heeft er een paar voorbeelden van meegenomen. Wat mag je nu eigenlijk niet als dit bord er staat?
Bij mij in de buurt…..
Mijn pop vertelt: “Bij mij in de buurt kun je bijna nergens spelen, om bij de speelplaats te komen moet ik drie keer een straat over waar best hard wordt gereden. En eigenlijk is de speelplaats ook helemaal niet leuk meer, er spelen daar steeds meer jongens met brommers en harde muziek. Als je aan het voetballen bent, dan pakken ze je bal af en gooien die op de straat. Vorige week is er een auto over mijn bal heen gereden, mijn bal was helemaal plat en de meneer van de auto die reed gewoon door. Naar de speelplaats ga ik maar niet meer. Maar waar moet ik dan spelen? In het park kun je leuk spelen, maar daar mag ik niet alleen naar toe lopen. In het winkelcentrum kun je wel spelen, maar daar moet je uitkijken voor al die langskomende winkelwagentjes. In de tuin kan ik ook spelen, maar daar kan ik niet echt rennen. Bij ons op de straat moet ik steeds uitkijken voor de auto’s, fietsers en bromfietsers die langskomen. Waar kun je nog spelen? Waar spelen jullie? Waar moet je aan denken als je op straat speelt? Mag jij alleen buiten spelen?”
Veilig oversteken
Mijn handpop heeft in de speelzaal een weg op de vloer getekend. Ze weet wat veilig oversteken is en wil dit samen met de kinderen oefenen. Ze heeft een oversteekplaats gemaakt en een mooi driehoekig bord met een rode rand gepakt met daarop een mannetje dat op de oversteekplaats loopt. Wat betekent dat bord eigenlijk? Juist, op die plek mag je oversteken, auto’s moeten voor je stoppen. “Maar,” zegt mijn pop “je moet wel goed kijken voordat je oversteekt want niet alle auto’s stoppen, sommige auto’s zijn nog niet helemaal wakker en daarom moet je altijd zelf kijken want als de auto slaapt en jij slaapt ook als je oversteekt dan kan het een botsing worden. Een botsing is niet fijn, als je een botsing met een auto krijgt moet je bijna altijd naar het ziekenhuis en dat willen we niet. Weet jij hoe je over moet steken? Waar kijk je dan naar? Is één keer kijken genoeg of moet je vaker kijken? Heb je wel eens gehad dat je niet helemaal wakker was toen je overstak, wat gebeurde er toen?
De kinderen oefenen het oversteken in de speelzaal of een speelplaats. Je kunt een aantal kinderen de rol van auto of fietser geven om het allemaal wat echter te maken. Wanneer het tot een botsing komt kun je deze gelegenheid aangrijpen om duidelijk te maken dat het goed kijken heel belangrijk is bij het oversteken. Leer kinderen dat ze er niet van uit moeten gaan dat iedere weggebruiker zich aan de regels houdt en dat ze daarom altijd voorzichtig moeten zijn.
Met de trein!
Nodig:
- Foto’s van treinen en situaties op het station (Googelen dus)
Mijn handpop gaat naar het circus! In Amsterdam, dat is heel ver weg en daarom gaat ze met de trein. Wel spannend want het is de eerste keer dat ze met de trein gaat. Er staat een lange rij voor het loket waar de treinkaartjes gehaald moeten worden, terwijl ze aan het wachten is kijkt ze om zich heen, wat is er veel te zien op het station! Moet je kijken! (ze laat een aantal foto’s zien) Wat zouden al die bordjes betekenen. De handpop moet naar spoor drie zegt de mevrouw achter het loket, daar staat de trein naar Amsterdam. Maar waar is spoor drie? En hoe weet ze nou zeker dat het de goede trein is, ze kan nog niet lezen? Gelukkig vertrekt de trein nog niet gelijk, dus heeft ze nog even de tijd om op het perron rond te kijken. Ook daar is vreselijk veel te zien. Wat een boel mensen. Waar zouden die allemaal naar toe gaan? En wat doen de mannen in die blauwe pakken allemaal? Ze lopen, maar rond met karretjes en sommige ook met een soort radio’s, waar zouden die voor zijn?
Aan de hand van foto’s vertellen kinderen hun eigen ervaringen met het station en reizen met de trein. We proberen duidelijk te krijgen op welke manier de weg aangegeven staat op het station. Daarnaast bedenken ze aan wie ze hulp kunnen vragen als ze niet weten waar ze naar toe moeten of als ze iets niet snappen.