Je gaat haar hier vaak tegenkomen, JaNee. Dus ze stelt zichzelf even voor:
Ik ben JaNee en ik ben een handpop. Voor wie het nog niet wist; een handpop is een ding en wordt in een fabriek gemaakt. Zo ging dat ook bij mij, ik ben niet geboren, ik ben gemáákt. Van mij zijn er daarom ook geen babyfoto’s, ik was altijd al zo groot als ik nu ben en zal ook altijd zo blijven. Heb ik daar last van? Nee hoor, ik ben zoals ik ben en helemaal prima zoals ik ben. Als ik kennis maak met kinderen hebben die ook echt wel door dat ik een pop ben, dat ik ‘nep’ ben en niet zelden zeggen ze dat ook: “jij bent nep hè?” en wie ben ik dan om dat te ontkennen? Want die vraag is niet rot bedoeld, ik ben niet door de mand gevallen als iemand me ‘nep’ of ‘niet echt’ noemt, ik ben er ook niet minder aantrekkelijk of minder geloofwaardig door geworden. Nee, die vraag komt meestal van een slimmerik, iemand die zich niet om de tuin laat leiden en door heeft dat een pop nooit op zichzelf kan bestaan, ookal lijk ik echt te leven als er een hand achter in mijn hoofd gestopt wordt, als ik ga bewegen en praten.
Ik ontken dus niet dat ik ‘nep’ ben maar geef het gewoon toe ‘ja, ik ben hartstikke nep’ en als ik daarna vraag ‘zal ik maar weggaan dan?’ is dat eigenlijk nooit de bedoeling, het kind wilde vooral even zeker weten dat ie niet gek was en dat ik niet echt ben, dat we samen vooral DOEN alsof ik echt ben. En dat maakt een verschil, dat maakt me niet ongeloofwaardig, dat maakt me vooral veilig en brengt me terug tot wat ik echt ben: een handpop die altijd de handen en de stem van een ander nodig heeft om tot leven te komen.