Met het vliegtuig mee

Het is vakantie, sommige scholen zijn zelfs 2 weken gesloten en het is niet ondenkbaar dat deze of gene er even een paar dagen tussenuit wil en nog wat extra energie op wil doen om het uit te zingen tot aan de kerstvakantie. Misschien ga je wandelen, misschien pak je de auto en ga je iets verder weg of misschien neem je zelfs wel het vliegtuig.

Nog niet zo lang geleden nam ik zelf het vliegtuig en stond ik op Schiphol samen met Ulf die met me mee zou reizen dit keer. We stonden er twee dagen achter elkaar want de eerste dag werd onze vlucht geannuleerd waardoor we het hele circus de volgende dag nog een keer mochten doorlopen. Het voordeel daarvan was wel dat ik de tweede dag beter was voorbereid op wat er komen ging en meer rust had om om me heen te kijken samen met Ulf.

Wist je dat Schiphol (en de meeste andere luchthavens ook) als ingang gebruikt kan worden voor veel leeractiviteiten? Schiphol staat voor een veelheid aan hallen, gangen, symbolen, richtingaanwijzers, staat voor reizen, staat voor wachten en inchecken, staat voor spanning en stress, staat voor koffers, voor vliegen, voor door de douane heen, voor handbagage, voor paspoortcontrole, voor winkelen,  voor lange gangen, afscheid nemen, verwelkomen, lange- of korte vluchten, vertragingen etc.  Genoeg aanknopingspunten voor leeractiviteiten dus.

Ulf keek zijn ogen uit en had veel vragen

  • Ulf wilde weten waar hij was en wat alles wat hij zag was, we gingen dus op zoek naar een plattegrond
  • Ulf moest plassen en wilde weten waar de wc was, we zochten naar het symbool voor wc op de plattegrond
  • Ulf wilde weten of iedereen in hetzelfde vliegtuig als wij zou zitten, ik liet hem zien dat er veel verschillende vliegtuigen zijn die allemaal naar een andere plek toe vliegen
  • Ulf wilde weten hoe laat ons vliegtuig ging, ik tekende een klok voor hem met de wijzers op de vertrektijd zodat hij kon zien hoe lang we nog moesten wachten
  • Ulf mocht zijn grote koffer niet meenemen in het vliegtuig maar moest een tas met handbagage maken, wat neem je dan mee? Wat heb je nodig als je gaat vliegen en waar heb je bij het vliegen helemaal niks aan?
  • Waarom moesten we onze schoenen uit doen, onze riemen af en allemaal dingen in bakjes doen die dan door een apparaat heen gingen? Waarom hoefde Ulf dat niet en lag hij zelf in zo’n bakje?
  • Waarom moesten wij ons paspoort laten zien voordat we verder mochten lopen en had Ulf geen paspoort?
  • Ulf moest weer plassen maar nu waren we ergens anders op Schiphol, waar kon hij hier plassen, waar moest ie ook alweer naar op zoek gaan?
  • Ulf had wat zakgeld meegekregen en wilde in één van de winkeltjes op Schiphol een boekje kopen, voor welk boekje had hij genoeg geld bij zich?
  • Er zijn veel gangen op Schiphol en die zijn allemaal lang, hoe weet je nou welke gang je in moet lopen om bij jouw vliegtuig uit te komen?
  • En als je dan de goeie gang hebt, hoe weet je dan in welke wachtruimte je moet wachten tot je in mag stappen in het vliegtuig?
  • En wat kun je allemaal doen als je aan het wachten bent? Welke spelletjes of raadseltjes kun je dan allemaal verzinnen? Wat kun je allemaal tellen bijvoorbeeld?
  • Etc.

En toen kwam het moment waarop we in mochten stappen, we gingen op zoek naar onze plek in het vliegtuig. En als je nu denkt dat hiermee ook een einde gekomen is aan de mogelijke leeractiviteiten dan heb je het mis. Ulf ontdekte dat er in een vliegtuig iemand naast je zit en dat dat niet altijd iemand is die je kent. Ulf zat naast een vreemde meneer, kijk dit is hem:

En je ziet vast ook dat deze vreemde meneer niet heel erg schrikt als hij een krokodil naast zich ziet zitten, nee, deze meneer lijkt best nieuwsgierig naar Ulf dus waarom zou hij er niet tegen gaan praten?

  • Maar hoe begin je een gesprek met een wildvreemde?
  • Wat zeg je na het eerste ‘hallo?’
  • Gaat deze meneer ook met vakantie of gaat hij naar huis (want dat kan natuurlijk ook als je in een vliegtuig zit, niet iedereen gaat met vakantie)
  • Heeft hij zin om te gaan vliegen of niet?
  • Als hij met vakantie gaat: heeft ie daar zin in?
  • Als hij naar huis gaat: heeft ie daar zin in?
  • Vliegt hij, net als Ulf, voor het eerst?
  • Zo niet: wat kan Ulf beter niet doen in het vliegtuig? En wat juist wel?
  • Wat kan hij het best doen als hij toch een beetje bang wordt?
  • Waar is de wc?
  • Aan wie kan hij vragen of hij wat mag drinken?
  • Vindt de meneer het vervelend als hij met hem blijft kletsen?
  • Etc.

Alles bij elkaar biedt het vliegveld een bron van gespreksonderwerpen en invalshoeken die allemaal verder uitgewerkt kunnen worden. Het is niet mijn bedoeling om volledig te zijn maar als ik alles wat in een paar minuten tijd in me opkomt omzet in een mindmap verschijnt er dit:

Best veel hè? Bij jongere kinderen zou ik me meer richten op alle indrukken, op de omvang van een luchthaven en op welke manier je daar je weg in kunt vinden. Bij oudere kinderen zou me ook kunnen richten op inhoudelijke aspecten van een luchthaven:

  • wat doet wie?
  • wat doet de douane precies?
  • wat mag je wel en niet meenemen in het vliegtuig en wat moet je inleveren bij de douane wanneer je dat meeneemt vanuit het buitenland of naar het buitenland?
  • hoe komen de koffers in een vliegtuig terecht?
  • hoe weet een piloot waar hij precies moet landen op een luchthaven?
  • waarom zijn niet alle vliegtuigen hetzelfde?
  • hoeveel mensen passen er in een vliegtuig?
  • hoe weet je waar jouw vliegtuig op gaat stijgen?
  • hoe weet je waar het vliegtuig met jouw opa/oma gaat landen?
  • etc.

Ulf ging natuurlijk niet alleen mee naar het vliegveld, hij ging mee met vakantie en heeft ook daar zijn ogen uitgekeken, maar daar kom ik in een ander blog op terug.

Scroll naar boven