Wij leren Papiamentu

Zoals je misschien wel weet waren wij, JaNee en ik,  vorig jaar op Bonaire en hebben we daar verschillende klassen bezocht. We waren hartstikke nieuwsgierig of het ons zou lukken om in gesprek te raken met de kinderen. Vanaf de basisschool krijgen kinderen les in het Nederlands en daar lukte een gesprek zeker maar we bezochten ook kinderen tussen de 2 – 3,5 jaar en die spreken hoofdzakelijk papiamentu. Dat was dus een grotere uitdaging.

Mimi van Sentro Hubentut i Famia kwam met het geweldige idee om ons aan het werk te zetten met de boekjes die deze jonge kinderen ook thuis hadden en waarmee ouders samen met hun kind begrippen konden oefenen. Je kent ze wel, boekjes waarbij je een plaatje ziet met daarnaast het begrip. Kort voor mijn komst was er een Bonairiaanse uitvoering van deze boekjes gemaakt omdat de onderwijsmaterialen die vanuit Nederland naar Bonaire gaan niet altijd even goed aansluiten bij het leven op en de cultuur van Bonaire. Wat heb je er aan om woorden te leren over de herfst bijvoorbeeld als dat seizoen er op jouw eiland heel anders uit ziet of dieren te leren die bij jou niet voorkomen terwijl de dieren die je wel dagelijks ziet niet terug te vinden zijn in de Nederlandse uitgaves? Als ik die nou eens zou gebruiken om een korte activiteit met jonge kinderen te doen, zou dat helpen? Nou Mimi, ik weet zeker dat dat helpt, dat is een fijn houvast!

De dagen daarna was ik regelmatig te vinden met de woordenboekjes. Ik nam ze mee toen we gingen snorkelen bij Lac Cai, een prachtige plek op Bonaire die met geen strandje in Nederland te vergelijken is. De meeste strandjes op Bonaire zijn sowieso niet te vergelijken met de  meeste stranden in Nederland trouwens want het water is er niet alleen adembenemend helder en heerlijk warm, ook het aantal mensen op de stranden is aanzienlijk minder wat toch echt een heel andere strandbeleving oplevert. Lac Cai op een weekdag is fantastisch, de rit er naar toe is een, hoe zal ik het omschrijven……, een hobbelig avontuur maar als je er eenmaal bent dan waan je je letterlijk in een paradijs. Als je van rust, stilte en natuur houdt tenminste, wanneer je reuring en drukte zoekt is Lac Cai, zeker op een weekdag, niet jouw plek. Ik vind Lac Cai één van de mooiste plekken op Bonaire, ik hou ook van de andere kant van deze lagune, Lac Bay en ik hou ook van de mangroven die er aan grenzen en van het hele gebied aan de zuidkant van Bonaire. Maar ook het Noorden en het Midden vind ik prachtig. Toen ik in 2016 voor de eerste keer op Bonaire kwam werd ik, aan de Westkust, op slag verliefd op dit eiland. Ik voelde me zo nederig tussen de eeuwenoude grillige en scherpe rotsen enerzijds en de beukende, opspattende zee aan de andere kant.  Mijn vader was net de maand ervoor overleden en op deze plek leken verschillende werelden samen te komen, het oude, het nieuwe, het tastbare en het onzichtbare.  Daar op die plek die, heel Nederlands, Leeuwarden heet, wist ik dat ik naar Bonaire terug zou keren. Dat deed ik en zal ik blijven doen.

Once a Visitor, always a friend

Vorig jaar begaf ik me voor het eerst in scholen en kinderdagverblijven en dat gaf een hele nieuwe wending aan mijn verblijf op Bonaire. Niet alleen was ik veel meer met de taal bezig dan de keren ervoor, ook sprak ik nu mensen uit de werkvelden die me boeien én kon ik gaan ervaren hoe het was om via JaNee in gesprek te gaan met kinderen.

De enige leeftijd met wie ik echt in gesprek kon gaan, waren de wat oudere kinderen op de BSO waar ik welkom was. Ik deed daar een korte actviteit waarbij ik de boekjes niet gebruikte. Dat was ook niet nodig want de kinderen op de basisschool krijgen Nederlandse les en die konden we dus gewoon in onze eigen taal aanspreken. Lekker makkelijk dus en, voor ons ook, de meest ontspannen en spontane activiteit omdat taal hierin nauwelijks een rol speelde. Het bezoek aan de BSO was het laatste bezoek tijdens ons verblijf en betrof kinderen tussen de 5 – 12 jaar. De oudste kinderen leken me daarin de grootste uitdaging maar die vonden JaNee heel vermakelijk en zaten glunderend naar ons te kijken. Vooral de jongens, JaNee wond ze moeiteloos om haar vinger en wist allerlei uitspraken aan ze te ontlokken. Natuurlijk wilden ze JaNee wel helpen met het leren van Papiamentu want tot die conclusie waren we inmiddels wel gekomen: om daar aan de slag te gaan binnen de kinderopvang, het onderwijs en de hulpverlening moesten we echt Papiamentu leren.

De dagen ervoor waren we bij twee kinderdagverblijven geweest waarbij we een korte activiteit deden met jonge kinderen, de ene groep was iets ouder dan de andere groep maar in beide groepen spraken de kinderen Papiamentu. En dat valt dus echt niet mee. Ik had woordjes geleerd, ik had zinnen opgeschreven die me misschien een beetje zouden helpen zoals: ik praat een heel klein beetje Papiamentu, mag het langzamer, we moeten nog oefenen, etc. maar bakte er in de praktijk bar weinig van. Iedereen die wel eens een andere taal geleerd heeft herkent het wel: je denkt wat woordjes te kennen en wat te kunnen verstaan maar dat gaat alleen maar op wanneer het heeeeeeeeel langzaam wordt uitgesproken, precies zoals het ook in het boekje staat, waarbij alle klanken worden uitgesproken, er niets wordt ingeslikt en ook nog eens met een duidelijk hoorbare rust tussen de verschillende woorden. Tja, zo zit de echte wereld dus niet in elkaar en zeker niet als jonge kinderen je gesprekspartner zijn want die bakken ook nog maar weinig van de taal en als dat net de taal is die jij probeert te begrijpen dan is dat een dubbele handicap.

Maar dat bleek uiteindelijk niet zo’n heel groot probleem want de kinderen vonden JaNee helemaal geweldig en waren heel nieuwsgierig wat zij dan precies kwam doen. Ahhhh, ze heeft een boekje met plaatjes en ze wijst de geit aan. “Kabritu’ riep een jongetje, ‘kabritu?’ zei JaNee ‘nee, da’s een geit!’ ‘Geit?’ zei het jongetje, ‘geit, geit, geit, geit, GEIT, hahahahaha geit! Kabritu!’ Zijn enthousiasme werkte aanstekelijk en zo gingen er wat woorden over en weer. De betrokkenheid was groot maar of het nou echt een goed gestructureerde activiteit genoemd kon worden? Maar was dat het doel? Nee, het doel was om te bekijken of de pop een hulpmiddel zou kunnen zijn bij bijvoorbeeld de taalontwikkeling van kinderen, of kinderen er voor open stonden en met JaNee in gesprek wilden gaan. Het antwoord daarop was JA.

Dit jaar gaan we terug naar Bonaire en dan willen we graag opnieuw scholen en kinderdagverblijven in. Wat we tijdens ons vorige bezoek hebben geleerd is dat we aan de slag moeten met het Papiamentu en dus volgen we nu lessen. JaNee zal je de komende maanden op de hoogte houden van haar vorderingen, het is de bedoeling dat we een reeks filmpjes gaan maken rondom het aanleren van een taal. JaNee is heel nieuwsgierig naar andere talen en heeft al eerder een paar filmpjes gemaakt waarin ze Spaans leerde en nu gaat ze dus aan de slag met het Papiamentu. De reden daarvan is dus omdat we daar op Bonaire echt iets mee willen doen, deze taal heeft voor ons een functie en is een doel op zich. Hoewel deze taal voor velen misschien niet zo heel voor de hand liggend is, is het proces van leren dat wel, het oefenen en herhalen, het aanleren van nieuwe woorden in contexten en thema’s. In dat opzicht is de taal dus inwisselbaar voor een andere taal en gaat het meer om het proces en de aanpak.

Onze lessen Papiamentu lopen paralel aan een project waarbij ik in Nederland betrokken ben, een project voor kinderen die in moeten stromen in ons onderwijs en de taal niet machtig zijn en waar ook een pop bij betrokken is. Ik geloof niet in toeval en weet zeker dat het aanleren van een taal veel makkelijker gaat wanneer er een pop bij betrokken is. Je gaat daar dus meer van zien….

-wordt vervolgd-

Helen

Scroll naar boven